Hoe Noorwegen elektrisch rijden tot de standaard maakt

    donderdag 29 november 2018

    Nergens zijn elektrische wagens zo populair als in Noorwegen. Daar staan mensen in de rij om zich de nieuwe eigenaar van een elektrische auto te mogen noemen. Het succesrecept? Een voorkeursbehandeling voor wie elektrisch rijdt.

    Noorwegen elektrisch rijden

    In 2017 bestond 1,6 procent van het Belgische wagenpark uit elektrische auto’s. Ons land behaalde daarmee een zesde plaats op de wereldranglijst. Niet slecht, maar geen enkel land komt nog maar in de buurt van de absolute koploper: in Noorwegen wordt maar liefst 24 procent van de rondrijdende wagens aangedreven door elektriciteit, en in 2017 was de helft van de verkochte auto’s elektrisch of hybride. Geschat wordt dat in 2018 45 procent van de verkochte wagens in Noorwegen elektrisch zal zijn. Hoe is het land erin geslaagd om de omslag naar duurzame mobiliteit zo succesvol te maken?

    Fiscale steun

    Heel simpel: wie een elektrische wagen koopt, betaalt geen importtaksen of btw. Eigenaars van diesel- en benzinewagens daarentegen betalen de volle pot. Daarnaast is elektriciteit goedkoper dan benzine of diesel en moet er voor elektrische wagens sinds dit jaar geen wegentaks meer worden betaald.

    Hogere belastingen zijn niet de enige reden waarom benzine- en dieselwagens het onderspit delven. De wagens zijn ook in aankoop veel duurder. De Noren betalen ongeveer dubbel zoveel voor een dieselwagen dan de Belgen. Ondanks hun hogere netto-inkomen moeten de Noren daar nog steeds diep voor in de buidel tasten.

    Leuke extraatjes

    Bestuurders van elektrische wagens profiteren ook nog van andere voordelen: elektrische auto’s rijden in Noorwegen bijna uitsluitend op groene energie geproduceerd door binnenlandse waterkrachtcentrales. Die elektriciteit is in Oslo zelfs gratis. En in ondergrondse parkeergarages maken bestuurders maar wat graag gebruik van de gratis parkeerplaatsen voor elektrische auto’s. En dat is nog niet alles: bestuurders van elektrische wagens mogen via de busstrook files voorbijrijden, betalen niets als ze de veerboot nemen en hebben geen last van tolwegen of lage-emissiezones.

    Toch is niet alles rooskleurig. Bestuurders klagen over één pijnpunt: onvoldoende laadpalen. Vooral buiten de stad heeft Noorwegen minder laadpalen per vierkante kilometer dan België, en dat voor veel meer elektrische wagens. Daardoor is het niet vanzelfsprekend om lange afstanden af te leggen, en maken veel bestuurders gebruik van een klassieke wagen om bijvoorbeeld de bergen in te trekken.

    Snellaadpalen

    Ongeveer de helft van de Noren vreest dat beleidsmakers de gunstmaatregelen binnen afzienbare tijd zullen terugschroeven. Daardoor bestaat de kans dat Noorwegen het doel zal missen om tegen 2025 alleen nog elektrische wagens aan te kopen. Om de groene evolutie voort te zetten, rekenen de Noren daarom op de nationale politiek om onder andere een investeringsplan voor laadpunten uit te denken. De Noorse overheid heeft zich alvast tot doel gesteld om één snellaadpaal per 100 elektrische wagens te voorzien. Als er in 2020 400.000 auto’s elektrisch rijden, moeten er dus 4000 snellaadpalen zijn. Momenteel staat de teller niet eens op 1000.

    Niet elke Noor wil nog een auto kopen. Steeds meer Noren, en dan vooral inwoners van de hoofdstad, stappen af van wagenbezit en kiezen voor autodelen. De opmars van elektrisch rijden en zelfrijdende wagens zal autodelen in de toekomst ongetwijfeld nog meer wind in de zeilen geven.

    Hou de vinger aan de pols in mobiliteitsland

    Abonneer je gratis en ontvang de Mobility Reporter meteen in je mailbox.
    Abonneer je gratis