Terug naar overzicht

Mobiliteitsbudget: wat krijg je in ruil voor je bedrijfsauto?

Heel wat werknemers zouden kunnen overwegen om hun leasevoertuig in te ruilen voor het mobiliteitsbudget. Dat biedt immers heel wat flexibiliteit en alle mogelijkheden onder pijler 2 (zachte mobiliteit) zijn vrijgesteld van belastingen op het VAA. Wie niet zonder auto kan, hoeft die echter niet op te geven. Athlon geeft je enkele voorbeelden.

Mobiliteitsbudget

    Hoeveel budget je krijgt, wordt bepaald door de TCO (total cost of ownership) van je huidige bedrijfsauto. In het geval van een leasevoertuig neem je de leaseprijs verhoogd met de brandstofkosten, de solidariteitsbijdrage, de niet-aftrekbare btw en de vennootschapsbelasting op de niet-aftrekbare kosten (de zogenaamde verworpen uitgaven). 

    We vertrekken bij wijze van voorbeeld van een situatie waarin je vandaag over een Mercedes-Benz A160d beschikt die een leasebudget van €580 vertegenwoordig. Omgerekend naar de TCO zou dat €750 per maand kunnen bedragen, oftewel €9.000 per jaar. Dat is het mobiliteitsbudget waarover je kunt beschikken.

    Scenario 1: een auto is nodig, maar het mag een kleinere zijn

    Onder de eerste pijler van het mobiliteitsbudget mag je opnieuw voor een auto kiezen, zolang hij maximaal 95 g/km uitstoot. Je zou bijvoorbeeld een Toyota Yaris Hybrid kunnen nemen, die een TCO vertegenwoordigt van €600 per maand, d.w.z. €7.200 per jaar all-in. Dan blijft er jaarlijks €1.800 over, die je zou kunnen spenderen aan een internationale treinreis met het gezin, de occasionele deelstep in de stad, enzovoort. Wat er op het einde van het jaar overblijft, valt onder de derde pijler en wordt na afhouding van een uitzonderlijke socialezekerheidsbijdrage van 38,07% uitbetaald.  

    Scenario 2:  een auto is maar sporadisch nodig want je woont dicht bij het werk

    Wie geen auto meer wenst, kan de €9.000 bijvoorbeeld spenderen aan een abonnement op een deelauto, een bedrijfsfiets via Athlon BikeLease, een huurauto om op vakantie mee te gaan en zelfs aan je woonkosten. Als je binnen een straal van 5 kilometer rond je werk woont, kun je onder de tweede pijler immers ook (een deel van) de huurkosten of de interesten op je hypothecaire lening betalen. Ook hier geldt: wat er op het einde van het jaar overblijft, wordt na afhouding van 38,07% uitbetaald. 

    Scenario 3:  je zet het budget volledig om in loon

    In theorie is het mogelijk om niets te spenderen onder pijler 1 en 2 en alles over te hevelen naar pijler 3. Daarmee gooi je echter het belangrijkste voordeel van het mobiliteitsbudget overboord, namelijk het feit dat je geen nettoloon moet spenderen aan je zachte mobiliteit. De meeste werkgevers zullen het ook ontmoedigen. Ook de fiscus doet dat: pijler 1 volgt de gewone voertuigfiscaliteit, pijler 2 is vrijgesteld van belastingen en pijler 3 is onderworpen aan een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07%. Van de €9.000 (12 x €750) blijft er netto €5.573,70 over. 

    Wilt u meer weten over het mobiliteitsbudget en de mogelijkheden voor uw onderneming? Wilt u ook ‘Employer of choice’ zijn en uw medewerkers duurzaam motiveren? Neem dan contact op met Athlon.