In onze eigen hoofdstad, Amsterdam, is er echter niet veel ruimte voor auto’s. En dus kijkt deze stad naar andere oplossingen. Een relatief groot deel van Amsterdam bestaat uit water. En dat biedt mogelijkheden om het vervoer van de weg te verplaatsen, of op zijn minst uit te breiden.
Roboat
Roboat is het eerste onderzoeksproject dat op grote schaal de inzetbaarheid van zelfvarende boten onderzoekt. Het project is een initiatief van het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions en wordt uitgevoerd door onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in samenwerking met onderzoekers van de Technische Universiteit Delft en Wageningen Universiteit.
Volgens Carlo Ratti, hoogleraar van het MIT, moeten we denken aan verschillende doeleinden. Zo kan er een vloot ingezet worden voor het vervoer van zowel personen als goederen, bijvoorbeeld als watertaxi. Ook kunnen de boten als dynamische infrastructuur ingezet worden. Bij een evenement kan er bijvoorbeeld een brug of een drijvend podium worden gecreëerd, welke in enkele uren op te bouwen en af te breken is.
Veelzijdige toepasbaarheid
Behalve transport wordt er ook onderzoek gedaan naar zaken die te maken hebben met het milieu. De onderzoekers gaan kijken naar robots die gegevens verzamelen over de volksgezondheid. Door sensoren in de riolering aan te brengen, kunnen de robots gegevens over de verspreiding van ziekten in kaart brengen. Het uiteindelijke doel is om een model te maken dat mogelijke uitbraken van ziektes kan voorspellen.
Tevens kunnen de Roboats ingezet worden om de vervuiling van het water tegen te gaan. Ze kunnen bijvoorbeeld drijvend afval verzamelen of gebruikt worden bij het afvoeren van de duizenden fietsen die jaarlijks in de Amsterdamse kanalen belanden.
Toepassingen in het buitenland
Omdat een groot deel van de wereldwijde economische productie plaatsvindt aan de kust, en meer dan de helft van de wereldbevolking in een kustgebied woont, wordt er onderzocht of de deze techniek ook aan andere steden verkocht kan worden. Voor het project wordt al samengewerkt met de Amerikaanse stad Boston, één van de meest kwetsbare kuststeden van de Verenigde Staten.
