Terug naar overzicht

Zomer-, winter- en all-seasonbanden: wat zijn de verschillen?

Het aanbod aan banden is gigantisch: ze variëren van breedte, hoogte en diameter, maar ook hun loopvlak en samenstelling kan sterk verschillen. Dit is wat je moet weten over zomer- en winterbanden – en de compromisoplossing: de all-seasonband.

    Verschil zomer- en winterbanden

    Zomerbanden gebruik je in principe van april tot november. Ze presteren immers het best boven de 7 graden Celsius. Hun rubbersamenstelling is behoorlijk hard om overweg te kunnen met hogere temperaturen en ze zijn voorzien van profielblokken die water goed kunnen afvoeren. Ze presteren dus optimaal op droog en nat wegdek bij milde tot hoge temperaturen.

    Winterbanden dringen zich op zodra het kwik onder de 7 graden Celsius duikt. Zomerbanden worden dan immers te hard en verliezen aan flexibiliteit, zodat de grip vermindert. Winterbanden bevatten doorgaans meer natuurrubber en zijn voorzien van duizenden fijne groeven (lamellen). Die helpen bij de waterafvoer en bijten zich vast in de sneeuw. Door hun diepere profiel bieden ze ook meer grip op losse sneeuw.

    All-season: de gulden middenweg?

    En all-season-, all-weather ofte vierseizoenenbanden? Je raadt het al: die zijn een compromis. Meestal leunen ze qua eigenschappen eerder aan bij de winterband dan bij de zomerband, een uitzondering niet te na gesproken. Ze scoren gemiddeld tot goed op heel wat criteria en zijn zeker een optie in milde klimaten.
    Vanzelfsprekend kunnen ze in echt winterse situaties niet tippen aan de prestaties van een winterband, die bij het accelereren en zeker bij het remmen en uitwijken veel veiliger blijkt. Door hun doorgaans zachtere compound moeten all-seasons ook hun meerdere erkennen in de zomerband bij hogere temperaturen. Ze kunnen ook onderhevig zijn aan een iets hogere slijtage in warme omstandigheden. Tot slot verhogen ze het gemiddelde brandstofverbruik lichtjes door hun grotere rolweerstand.

    All-seasonbanden toegelaten in landen met winterbandenplicht?

    Als je een bergpictogram met sneeuwvlok op de flank van een band ziet staan (officieel Three Peak Mountain Snow Flake ofte 3PMSF genoemd), dan is hij speciaal ontwikkeld om meer grip te bieden in winterse omstandigheden. Het is een label dat door de Europese Unie werd ingevoerd.
    Daarnaast het je ook het ‘M+S’-label, dat voor modder en sneeuw staat. Banden met deze aanduiding zijn niet per se winterbanden. Het kan ook gaan om zomerbanden waarvan het loopvlak een grove structuur vertoont om meer grip te bieden op een gladde, vettige ondergrond, zoals offroadbanden.
    De meeste all-seasonbanden zijn voorzien van de aanduiding ‘M+S’. Slechts een handvol haalt ook de Europese criteria die samengaan met het bergpictogram. Welke zijn dan toegelaten in landen met winterbandenplicht?

    M+S of bergpictogram: wat is verplicht?

    In de meeste Europese landen met winterbandenplicht volstaat het dat je all-season- of winterbanden het ‘M+S’-label dragen, met uitzondering van Duitsland. Daar moet je schoeisel sinds 2018 voorzien zijn van het bergpictogram. Heb je nog een oude set met enkel ‘M+S’? Geen zorgen, die is nog toegelaten tot 30 september 2024.

    Ook Frankrijk schakelt over op het Three Peak Mountain Snow Flake-label: dat is vanaf 2024 verplicht. Let er dus op bij de keuze van je set winterbanden of all-seasonbanden. Meer informatie vind je bij de Athlon Service Centers, de Athlon Driver Desk of je merkgarage.